Stedelijke regio’s domineren ondernemerschapsecosystemen
Stedelijke omgevingen bieden al jaren de beste ecosystemen voor ondernemen, en het verschil met de periferie groeit. Dat blijkt uit de Entrepreneurial Ecosystem Index (EEI) 2024 van Birch. Een toer langs de ecosystemen laat zien hoe divers de prestaties zijn.
Regio’s met sterke kennisinstellingen en goed ontwikkelde netwerken blijven aan de top, terwijl veel perifere regio’s moeite hebben om bij te blijven. Toch is er ook hoop voor sommige achterblijvende gebieden, zoals de Drentse regio’s, die dankzij gerichte investeringen en verbeteringen in hun ecosysteem weer opklimmen in de ranglijst.
De regio Delft-Westland voert voor de derde keer op rij de EEI-ranglijst aan. Met een totaalscore van 25,3 blijft de regio volgens Birch ver boven het landelijk gemiddelde uitkomen.
Het gebied profiteert vooral van de aanwezigheid van de TU Delft, een van de leidende technische universiteiten van Europa, die de regio voorziet van hoogwaardige kennis en innovatie. Daarnaast draagt de innovatieve glastuinbouw in Westland sterk bij aan het ecosysteem. Toch zijn er verbeterpunte. Zo scoort de regio minder op het gebied van financiering.
Gevestigde grootmachten
Op de tweede plek staat Groot-Amsterdam, met een score van 13,8. Deze regio scoort vooral hoog op talent en vraag, waarbij de sterke economische activiteiten en internationale aantrekkingskracht belangrijke drijfveren zijn. De aanwezigheid van diverse kennisinstellingen, multinationals en een bruisend startup-ecosysteem versterken het ondernemersklimaat.
Zuidoost-Noord-Brabant, de thuisbasis van Brainport Eindhoven, handhaaft zijn derde plek met een score van 13,5. De regio dankt zijn positie aan de sterke kennisintensieve sectoren, met bedrijven zoals ASML en NXP, en de aanwezigheid van de Technische Universiteit Eindhoven. Vooral op de pijlers kennis, leiderschap en netwerken scoort Zuidoost-Noord-Brabant bovengemiddeld.
Steden trekken verder weg van de rest
Een duidelijke trend in deze editie van de EEI is dat stedelijke regio’s verder vooroplopen, terwijl veel perifere regio’s juist verder wegzakken. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in Groningen, waar de stadsregio Overig Groningen een aanzienlijke groei heeft doorgemaakt.
Deze regio, die de stad Groningen omvat, behoort inmiddels tot de vijf sterkste ecosystemen in Nederland. De aanwezigheid van de Rijksuniversiteit Groningen speelt hierin een belangrijke rol. De rest van de provincie, met name Oost-Groningen en Delfzijl en Omgeving, blijft echter achter en heeft te kampen met zwakke scores op gebieden zoals kennis en netwerken.

In Noord-Brabant is een vergelijkbare trend te zien. Zuidoost-Noord-Brabant presteert uitstekend, terwijl de andere drie Brabantse regio’s ver onder het landelijk gemiddelde blijven. Het verschil tussen stedelijke en landelijke regio’s in de provincie neemt verder toe.
Achteruitgang
Veel perifere regio’s hebben te maken met achteruitgang. Zeeuws-Vlaanderen en Delfzijl en Omgeving zijn de zwakste regio’s van Nederland en hebben te kampen met lage scores op bijna alle indicatoren. Deze gebieden missen sterke kennisinstellingen en toegang tot netwerken, wat essentieel is voor het stimuleren van ondernemerschap.
Toch zijn er dunbevolkte regio’s die in het kielzog van de stedelijke gebieden voorzichtig de weg omhoog inzetten. Zuidoost-Drenthe en Zuidwest-Drenthe behoren tot de grootste stijgers in de ranglijst, mede dankzij verbeteringen op het gebied van financiering en leiderschap. Ondanks de stijgende score zitten deze regio’s vooralsnog wel onder het landelijk gemiddelde.

