Familiebedrijven gaan in 2025 meer investeren in vernieuwing en personeel
Familiebedrijven gaan hun uitgaven aan verbetering, vernieuwing en personeel volgend jaar behoorlijk opschroeven. Dat stellen Nyenrode Business Universiteit, Van Lanschot Kempen en RSM op basis van onderzoek onder meer dan 120 directeuren en eigenaren van familiebedrijven in Nederland.
Ondanks een wisselvallig economisch landschap en relatief laag vertrouwen in de overheid, verwachten directeuren en eigenaren van familiebedrijven in 2025 gemiddeld 16% meer te investeren dan in 2024. Opvallend is dat meer dan een kwart van deze groep, namelijk 28%, zelfs verwacht minimaal 20% meer te investeren.
Bijna alle familiebedrijven reserveren in hun investeringsplannen ruimte voor procesverbeteringen. Deze verbeteringen kunnen de efficiëntie van de organisatie verhogen, wat kan leiden tot lagere kosten, tijdsbesparing en hogere kwaliteit.

Meer dan 8 van de 10 familiebedrijven leggen de nadruk op investeringen in personeel. Dat heeft vooral te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. 70% van de familiebedrijven maakt zich volgens het onderzoek zorgen over de gevolgen van de arbeidsmarktkrapte voor hun bedrijf. Vooral op mbo-niveau en lager is er sprake van een nijpend tekort.
Een tekort aan personeel leidt tot verschillende negatieve ontwikkelingen, zoals risico’s ten aanzien van de continuïteit van de productie en dienstverlening, hoge kosten voor inhuur van (tijdelijk) extern personeel en een hoge werkdruk onder medewerkers.
“Door te blijven investeren kunnen familiebedrijven personeel behouden, aantrekken en nieuwe werkgelegenheid creëren. Daarnaast kan door investeringen in onder andere procesverbeteringen de afhankelijkheid van voldoende personeel worden ondervangen”, zegt Mark Buitenhuis, Managing Director Private Clients Regions bij Van Lanschot Kempen.
“Ondanks de economische voorspellingen zijn familiebedrijven in hoge mate bereid om te investeren in personeel”, vult Laura Bles-Temme aan, co-Managing Partner van RSM. “Daarmee laten zij zien dat zij personeel bovengemiddeld belangrijk vinden. Door meer te investeren in personeel en automatisering hoopt 67% van de familiebedrijven de winstmarges in ieder geval gelijk te houden in 2025.”

Op plek drie van de lijst van investeringen in 2025 staat technologische innovatie (73%), gevolgd door duurzaamheid (72%) en productinnovatie (61%).
Veruit de meeste familiebedrijven richten zich op de binnenlandse markt. Ruim een kwart geeft aan plannen te hebben om meer te investeren in internationale markten.
Vertrouwen in de overheid?
De onderzoekers vroegen leiders van familiebedrijven ook naar hun mening over het functioneren van de overheid. De resultaten liegen er niet om: slechts 8% van de directeuren heeft vertrouwen in de positieve uitwerking van kabinetsmaatregelen voor het familiebedrijf, terwijl 66% vindt dat de overheid onvoldoende aandacht schenkt aan hun belangen.
Iets meer dan de helft van de ondervraagden is van mening dat wet- en regelgeving vanuit de overheid een belemmering vormt voor de groeiplannen van familiebedrijven. “Een stabiel overheidsbeleid is van groot belang voor de strategische koers die familiebedrijven uitstippelen en hun investeringsbeslissingen”, sluiten de onderzoekers af.
