Waarom zoveel bouwprojecten falen, en hoe het beter kan
Huisvestingsprojecten, of het nu gaat om nieuwbouw of renovatie, staan bekend om hun complexiteit. De weg is bezaaid met valkuilen die projecten kunnen doen ontsporen. Huisvestingadviesbureau HEVO deelt vier succesfactoren die het verschil kunnen maken tussen mislukking en succes.
Niemand kijkt er inmiddels nog van op: een (ver)bouwproject dat (veel) duurder uitvalt of langer duurt dan gepland. Of – erger nog – het resultaat sluit niet aan bij de wensen van de gebruiker. Eén op de drie bouwprojecten faalt dan ook, zo bleek enkele jaren geleden uit onderzoek. Hoe kan het toch dat zóveel projecten de vooraf gestelde doelen niet halen?
“Te vaak zien we dat projecten verzanden in discussies over details, terwijl de essentie uit het oog wordt verloren”, vertelt Willem Adriaanssen, partner en adviseur bij HEVO. “De sleutel tot succes ligt niet in harder werken, maar in slimmer en fundamenteler nadenken vóór en tijdens het proces.”
Op basis van jarenlange ervaring heeft HEVO vier cruciale succesfactoren gedefinieerd die de kans op een geslaagd project maximaliseren:
1. De ‘waarom’-vraag: Een kraakheldere doelstelling
Veel projecten starten met een focus op het ‘wat’: het aantal vierkante meters, het aantal kamers, de technische specificaties. Een klassieke valkuil volgens Adriaanssen.
“Een succesvol project begint altijd met de ‘waarom’-vraag. Welk strategisch doel dient dit gebouw voor de organisatie? Moet het een magneet zijn voor nieuw talent, een broedplaats voor innovatie, of juist een toonbeeld van duurzaamheid? Pas als dat voor iedereen kristalhelder is, kan je de juiste keuzes maken.”
Een scherpe doelstelling fungeert als een kompas gedurende het hele project. Het helpt om, bij elke tegenslag of wijziging, de juiste beslissingen te nemen die bijdragen aan het einddoel, in plaats van ervan af te wijken.
2. Proactief sturen: Van branden blussen naar voorkomen
“De goedkoopste en meest effectieve oplossing is altijd het voorkomen van een probleem, niet het herstellen ervan”, stelt Adriaanssen.
Deze mentaliteit van ‘voordenken’ is de tweede succesfactor. Het betekent dat in de beginfase van een project bewust wordt nagedacht over de gehele levenscyclus van een gebouw, inclusief beheer en onderhoud. Dit gaat hand in hand met robuust risicomanagement. Het draait niet om een risicolijst afvinken, maar om als een schaakspeler meerdere zetten vooruit te denken.
“Welke interne en externe factoren kunnen ons project bedreigen, en welke maatregelen nemen we nu al om die risico’s te ondervangen? Door proactief te sturen, behoud je de controle en voorkom je kostbare herstelwerkzaamheden achteraf”, aldus Adriaanssen.
3. De mens als succesfactor: Investeren in samenwerking
Een project kan technisch nog zo goed in elkaar zitten, het valt of staat bij de mensen die het moeten realiseren. Een goede samenwerking staat aan de basis van een succesvol project. Dit gaat verder dan contracten en formele overleggen. Het draait om het creëren van een projectcultuur gebaseerd op vertrouwen, open communicatie en een gedeeld belang.
“Je moet een omgeving bouwen waarin een aannemer of adviseur durft aan te geven dat een voorgesteld plan niet de slimste oplossing is, zonder angst voor contractuele gevolgen”, legt Adriaanssen uit. “Wanneer alle partners zich gezamenlijk eigenaar voelen van het einddoel, ontstaat een team dat problemen samen oplost in plaats van naar elkaar te wijzen.”
4. Grip en groei: Actief monitoren en lerend vermogen
De laatste succesfactor combineert actieve sturing met een lerende houding. Grip houden betekent meer dan alleen het bewaken van de planning en het budget. Het is het continu toetsen van de voortgang aan de oorspronkelijke ‘waarom’-vraag.
Wordt het gebouw nog steeds de innovatiehub die we voor ogen hadden? Dragen de gekozen materialen nog bij aan ons duurzaamheidsdoel? Dit vereist heldere, beknopte rapportages die inzicht geven in de stand van zaken.
Minstens zo belangrijk is het lerend vermogen. “Evalueer niet alleen na afloop, maar juist ook tijdens het project”, adviseert Adriaanssen: “Wat ging er goed in deze fase? Wat kan er beter? Door deze feedback direct toe te passen, wordt niet alleen het huidige project succesvoller, maar legt de organisatie ook de basis voor toekomstig succes.”
De som der delen
Deze vier factoren zijn geen losse onderdelen, maar de pijlers van een geïntegreerde aanpak. Het succes van een huisvestingsproject is de som der delen: een helder doel heeft geen waarde zonder de grip om het te bewaken, en een proactieve planning is nutteloos zonder de samenwerking om het uit te voeren.
“Uiteindelijk gaat het niet om de stenen, maar om de waarde die je ermee creëert”, zo besluit Adriaanssen. ““Een gebouw is slechts een middel; het echte succes meet je aan de impact op de mensen en de organisatie die het gebruikt.”

