Gen Z positiever over werkhouding van oudere collega’s dan vice versa
Gen Z’ers zijn gemiddeld genomen positiever over de werkhouding van hun oudere collega’s dan andersom. Dat blijkt uit een studie van marktonderzoeker Diversions.
“Oudere werknemers verwachten vaak dat jongeren zich net zo gedragen als zijzelf”, vertelt William Burghout, oprichter van Diversions. “Maar leden van generatie Z denken en werken echt anders.”
Onconventioneel is die zienswijze allerminst: gen Z’ers vormen de eerste generatie die volledig is opgegroeid met het internet als een totale vanzelfsprekendheid. Voor babyboomers, gen X’ers en zelfs een groot deel van de millennials is dat wel anders.
Doordat gen Z’ers zo vertrouwd zijn met het internet, maken ze daar veel gebruik van tijdens hun werkzaamheden. Ze roepen bijvoorbeeld de hulp in van programma’s als ChatGPT bij het schrijven van teksten of het maken van presentaties.
Een deel van de oudere werknemers is minder gecharmeerd van dergelijke afsnijroutes en hekelt (onder meer) daardoor het werkethos van hun gen Z-collega’s. Hun kritiek hangt echter ook samen met een gebrek aan digitale vaardigheden: de meeste gen X’ers en babyboomers zijn immers niet zo bedreven met generatieve AI-oplossingen als de gemiddelde gen Z’er – onbekend maakt hier waarschijnlijk ook wel onbemind.
“Als er een nieuwe generatie instroomt, schuurt het soms”, geeft Burghout aan. “Toch blijkt vaak dat deze wrijving vooral ontstaat door misverstanden en aannames.”
De conclusies in het rapport van Diversions bevestigen deze verklaring. Zowel gen Z’ers als hun oudere collega’s zijn het erover eens dat gen Z’ers beschikken over de beste digitale vaardigheden en oudere generaties over meer discipline.
“Uiteindelijk zijn er meer overeenkomsten dan verschillen tussen de jongste en de oudere generaties”, vertelt Burghout. “De kunst is om daar gericht op te sturen en te denken vanuit elkaars kracht.”
Volgens Burghout is dat minder lastig dan het lijkt. “Oudere generaties waarderen jongeren niet alleen om hun digitale kracht maar bijvoorbeeld ook om hun creativiteit. Als je daar aandacht aan schenkt in plaats van aan de verschillen, scheelt dat een slok op een borrel.”
Zelfkritiek
Voor het onderzoek moesten de respondenten zichzelf ook beoordelen ten opzichte van andere generaties op het gebied van zelfvertrouwen, zelfstandigheid, veerkracht, respect voor autoriteit en samenwerken.
Alleen op het laatstgenoemde punt geven gen Z’ers zichzelf gemiddeld genomen een hogere score dan hun oudere collega’s. Over het algemeen zijn de jongste werknemers dus behoorlijk zelfkritisch.
Een mogelijke verklaring hiervoor is de rol van sociale media binnen het leven van gen Z’ers. Op die platforms worden vooral succesverhalen gedeeld. Zeker bij jongere werkt dat zelftwijfel in de hand, wat zich op den duur kan vertalen in een kritische zelfhouding.
Opvallend genoeg denken oudere generaties juist dat hun jongste collega’s meer zelfvertrouwen hebben dan zijzelf. Oo dit is mogelijk een gevolg van de sociale media: soms is iets dat op zelfvertrouwen lijkt slechts een pose.
Overigens – en ironisch genoeg – geven oudere generaties zich op alle punten een hogere score dan gen Z’ers, behalve op het gebied van zelfvertrouwen.
Voor zijn studie ondervroeg Diversions meer dan 400 werknemers tussen de 18 en de 65 jaar oud uit diverse sectoren, zoals het onderwijs, de zorg en de commerciële dienstverlening.
