Klimaatplannen vormen mogelijke bedreiging voor glastuinbouwsector
Bedrijven uit de glastuinbouwsector gebruiken CO2 als meststof om hun gewasproductie te optimaliseren. Door de klimaatplannen dreigt binnen afzienbare tijd echter een tekort te ontstaan aan dit groeimiddel. Dat stellen onderzoekers van CE Delft in een nieuw rapport, geschreven in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid & Natuur (LVVN).
Gewassen (en andere planten en bomen) ademen koolstofdioxide in en zuurstof uit. In kassen is de CO2-concentratie doorgaans laag. Door extra CO2 toe te voegen, kan de gewasproductie met wel 30% toenemen, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen.
Voor heel wat glastuinbouwbedrijven is CO2 daarom een onmisbare factor geworden. Momenteel wordt de meeste CO2 verkregen via gasgestookte installaties. Doordat ook de glastuinbouwsector de energietransitie doorloopt, dreigt deze CO2-bron op te drogen.
Vanaf 2030 zal hierdoor de vraag naar extern geleverde CO2 toenemen. “En wel tot het punt dat het merendeel van de volledige behoefte van bedrijven uit de glastuinbouwsector wordt voorzien met extern geleverde CO2”, aldus CE Delft.
Schaarste
Extern geleverde CO2 brengt allerlei gevolgen met zich mee. Ten eerste verhoogt het de kostprijs van glastuinbouwproducten, simpelweg omdat het inkopen van CO2 duurder is dan het benutten van eigen reststromen.
Deze extra kostenpost hangt nauw samen met een andere bedreiging. Verschillende externe partijen die nu CO2 leveren, gaan hiermee stoppen. Het gaat onder meer om Shell in de Rotterdamse haven en om de Noorse kunstmestproductie Yara in het Zeeuwse Sluiskil.
Het opslaan van CO2 onder de grond is voor deze bedrijven aantrekkelijker. Het leveren aan de glastuinbouwsector gaat namelijk gepaard met extra kosten voor transport, zuivering én emissierechten.
Glastuinbouwers zouden in plaats daarvan kunnen inzetten op het opvangen van CO2 bij duurzame bronnen zoals afvalverbrandingsinstallaties. Veel bedrijven uit de sector hebben dergelijke investeringsplannen echter in de ijskast gezet.
“Reden voor dit uitstel is voornamelijk onzekerheid over het beleid, en onvoldoende rendabiliteit van de benodigde investeringen voor CO2-afvang en -transport naar de glastuinbouw”, aldus de onderzoekers.
Koolstofverwijdering
Hoe groot de externe CO2-schaarste gaat worden, hangt volgens CE Delft voor een groot deel af van de omvang van koolstofverwijderingsinitiatieven. Het opslaan van CO2 onder de grond is hier een goed voorbeeld van. Dergelijke initiatieven moeten bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelen.
Verder verwacht CE Delft dat de schaarste ook zou kunnen toenemen door opkomst van op waterstof gebaseerde e-fuels voor bijvoorbeeld vliegtuigen. Bij het maken van dergelijke schone brandstoffen is naast elektriciteit ook veel externe CO2 nodig.
Aanbevelingen
In zijn rapport doet CE Delft een aantal aanbevelingen om eventuele CO2-schaarste te verminderen. De sector kan collectief inzetten op het ontwikkelen van partnerschappen in de CO2-keten. Zo kunnen ze contracten afsluiten die partijen langjarige leveringszekerheid bieden.
Verder is er een belangrijke rol weggelegd voor de regering. “Houd bij de ontwikkeling van beleid voor koolstofverwijdering rekening met de CO2-behoefte van de glastuinbouwsector”, geeft CE Delft aan.
Ten slotte pleiten de onderzoekers voor het invoeren van een certificatensysteem. Daarmee krijgt externe CO2 een (hogere) marktwaarde, wat het voor bedrijven aantrekkelijker maakt om te investeren in nieuwe bronnen, wat schaarste tegengaat.

