AT Osborne heeft loongelijkheid volledig op orde
AT Osborne heeft in de aanloop naar nieuwe Europese wetgeving over loongelijkheid de eigen beloningsstructuur onafhankelijk laten onderzoeken. De conclusie: binnen het bureau is geen sprake van een loonkloof tussen mannen en vrouwen voor gelijkwaardig werk.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Erasmus Q-Intelligence (EQI), onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam, dat gespecialiseerd is in datagedreven analyses rondom beloningsvraagstukken. De analyse sluit aan bij de Europese Pay Transparency Directive en is gebaseerd op gegevens per 1 januari 2025.
Uit het onderzoek komt naar voren dat AT Osborne loongelijkheid uitstekend op orde heeft op alle niveaus binnen de organisatie. “Gelijke beloning voor gelijk werk is voor ons vanzelfsprekend. Maar dat ook objectief laten toetsen, is een belangrijk signaal naar onze medewerkers en de maatschappij”, aldus Ineke Meijer, directielid bij AT Osborne.
Hoewel de EU Pay Transparency Directive formeel pas in 2027 van kracht wordt in ons land, koos AT Osborne er bewust voor om hier nu al op te anticiperen. “Dit onderzoek is onderdeel van het bredere beleid op het gebied van diversiteit en inclusie binnen de organisatie”, aldus Meijer. “Transparantie en datagestuurd inzicht helpen ons om blijvend te sturen op gelijke kansen.”
AT Osborne is een bureau gespecialiseerd in advies, (project)management en de uitvoering van maatschappelijke vernieuwingen, onder andere op het gebied van infrastructuur, zorg, energie, water en gebiedsontwikkeling. Bij het bedrijf werken ongeveer 160 adviseurs en managers.
Met het onderzoek en de vervolgstappen legt AT Osborne volgens Meijer een stevige basis voor toekomstig beleid: “We geloven in een organisatiecultuur waarin gelijke beloning voor gelijk werk vanzelfsprekend is – voor iedereen. Dat vraagt om voortdurende reflectie, monitoring én het lef om de spiegel voor te houden. Dit onderzoek is daarin een belangrijke mijlpaal, maar geen eindpunt.”
Loongelijkheid
Terwijl AT Osborne zijn zaken goed op orde heeft, blijkt uit onderzoek dat veel bedrijven nog altijd worstelen met de voortgang van hun implementatie. Minder dan de helft is daadwerkelijk gestart met de invoering binnen de eigen organisatie.
Ook op landelijk niveau is er werk aan de winkel: Nederland maakte in de meest recente Global Gender Gap Index een pijnlijke val van vijftien plaatsen.
